Alle veelgestelde
vragen op een rij
Ontdek de antwoorden op de vragen die wij het meest gesteld worden.
Pleegzorg, gezinshuiszorg en zorggezinnen hebben veel gemeen. Veel inhoudelijke thema’s zijn vergelijkbaar. Denk aan herstel van het gewone leven, veiligheid, samenwerken met ouders, hechting en traumaverwerking. Er zijn ook verschillen. Zo zijn begeleiding van de jeugdzorgorganisatie en betaling anders georganiseerd.
De hulpvraag bij zorggezinnen is vaak anders dan die bij pleeggezinnen. Zij krijgen vaak een pedagogische opdracht mee. De begeleiding en vergoeding zijn hierop aangepast.
Gezinshuisouders zijn professionals en in dienst van de jeugdzorgorganisaties en krijgen salaris. Zij hebben nauw contact met collega’s.
Wanneer er een kind in jouw gezin komt wonen, ontvang je van de informatie over het kind. Dit betreft alléén informatie die je als pleegouder/gezinshuisouder/zorggezin nodig hebt om een goede invulling te kunnen geven aan de verzorging en opvoeding van het kind. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan informatie over een ernstig trauma dat het kind heeft opgelopen of over allergieën. Ook ontvang je informatie over de ouders van het kind, bijvoorbeeld of zij het gezag hebben en of zij wel of geen bezoekrecht hebben. Tot slot krijg je informatie over de gezinssamenstelling van het kind, waaronder of er nog broertjes of zusjes zijn en wat de laatste opvoedingssituatie was. De jeugdzorgaanbieder is verplicht om de ouders te laten weten dat er informatie over hen is verstrekt aan de pleegouders/gezinshuisouders/zorggezinnen.
Bij de plaatsing van een kind in een ander gezin, zijn de gemeente, de gercetificeerde instelling en de jeugdzorgaanbieder verplicht om zoveel mogelijk rekening te houden met het geloof, de levensovertuiging en culturele achtergrond van het kind en diens ouders. Dit betekent niet dat een kind geplaatst moet worden in een gezin met dezelfde godsdienstige gezindheid, levensovertuiging of culturele achtergrond van de ouders, maar wel dat er geen beslissingen genomen mogen worden die daarmee onverenigbaar zijn. In de praktijk is de pleegouder/gezinshuisouder/zorggezin verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind. De gecertificeerde instelling moet erop toezien dat de pleegouders/gezinshuisouders/zorggezin geen beslissingen nemen die haaks staan op het geloof, de levensovertuiging of culturele achtergrond van de ouders.
Ja, als je een kind van een ander tijdelijk een thuis biedt in de vorm van een pleeggezin of zorggezin ontvang je daarvoor een vergoeding. De vergoeding tussen de twee zorgvarianten is verschillend en wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid. Gezinshuisouders zijn professionele begeleiders vanuit de jeugdzorgorganisatie en zijn in dienst van de jeugdzorgorganisatie en ontvangen elke maand salaris.
Om pleegouder of zorggezin te worden, moet je voldoen aan een aantal wettelijke vereisten. Dat zijn de volgende:
- de pleegouder/zorggezinouder is niet de ouder of stiefouder van het kind;
- de pleegouder/zorggezinouder is tenminste 21 jaar oud;
- de pleegouder/zorggezinouder werkt niet bij de jeugdzorgaanbieder (om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen);
- de pleegouder/zorggezinouder heeft met goed gevolg het voorbereidingstraject van de jeugdzorgaanbieder afgerond;
- de pleegouder/zorggezinouder en alle inwonenden van 12 jaar of ouder hebben een verklaring van geen bezwaar (VGB) gekregen van de Raad voor de Kinderbescherming. Uit deze VGB blijkt dat er geen bezwarende feiten en omstandigheden zijn voor de plaatsing van een kind in het gezin.
Naast de wettelijke vereisten, hebben de jeugdzorgaanbieders ook landelijke kwaliteitscriteria opgesteld voor de screening en selectie van pleegouders en gezinshuisouders. Daarin wordt aangegeven op welke punten de jeugdzorgaanbieder de aspirant-pleegouder/gezinshuisouder beoordeelt. Gelet wordt op:
- het bieden van openheid en duidelijkheid;
- de vaardigheid om samen te werken en het opvoederschap te kunnen delen;
- de vaardigheid om jeugdigen een positieve kijk op zichzelf te laten ontwikkelen;
- de vaardigheid om het gedrag van jeugdigen te veranderen, zonder hen te beschadigen;
- de vaardigheid om te kunnen inschatten welke uitwerking het zijn van pleegouder/zorggezin op de eigen situatie heeft;
- het bieden van een veilige leefomgeving aan het kind.
Als je interesse hebt om pleegouder/zorggezin te worden, gaat hieraan een voorbereidingstraject vooraf. Ons aanmeldteam staat voor je klaar om je te voorzien van aanvullende informatie over de verschillende mogelijkheden en gaan we graag met je in gesprek om je te helpen om een keuze te maken welke optie het beste past bij jouw persoonlijke situatie. Daarna ga je voor de gekozen optie het voorbereidingstraject in. Deze ziet er als volgt uit:
- Voorlichtingsbijeenkomst
Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst krijg je meer informatie over pleegzorg/zorggezin en krijg je ook de mogelijkheid om al jouw vragen te stellen. Na het bijwonen van de voorlichtingsbijeenkomst kun je besluiten of je je wel of niet aanmeldt als aspirant-pleegouder/zorggezin door het aanmeldingsformulier in te vullen. Met dit aanmeldingsformulier kan de jeugdzorgaanbieder een verklaring van geen bezwaar opvragen bij de Raad voor de Kinderbescherming. - Voorbereidingsprogramma
In het voorbereidingsprogramma komen belangrijke thema’s aan bod waar je als pleegouder/zorggezin mee te maken krijgt. Thema’s die over het algemeen aan bod komen zijn hechting, het contact met de biologische ouders en het gedrag van het kind. Het voorbereidingsprogramma is gericht op zelfselectie, dat wil zeggen dat je als aspirant-pleegouder/zorggezin in de loop van het programma zelf tot het inzicht komt of pleegouderschap/zorggezin iets voor jou is. - Huisbezoeken
Vervolgens worden er huisbezoeken afgelegd. De bezoeken worden afgelegd door dezelfde medewerkers die bij het voorbereidingsprogramma betrokken waren. Het doel van de huisbezoeken is om een goed beeld te krijgen van de aspirant-pleegouder/zorggezinouders en diens leefsituatie. Tijdens het huisbezoek zal de medewerker ook informeren naar de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de aspirant-pleegouder/zorggezinouder. Als hierover twijfels bestaan, kan er een arts of medisch specialist worden geconsulteerd. Tot slot zal de medewerker een of meer referenties opvragen van de aspirant-pleegouder/zorggezinouder. - Rapportage en definitieve inschrijving
Op basis van de verkregen informatie wordt er een weloverwogen besluit genomen over de selectie van de aspirant-pleegouder/zorggezin. De aspirant-pleegouder/zorggezin wordt van dit besluit zowel mondeling als schriftelijk in kennis gesteld en ontvangt het onderzoeksrapport. In dat rapport staat ook wat voor soort pleegzorg/zorggezin het beste bij de aspirant-pleegouders/zorggezin past. Bij een afwijzingsbesluit wordt de aspirant-pleegouder/zorggezin schriftelijk in kennis gesteld van de reden tot afwijzing. Wanneer de jeugdzorgaanbieder een positief besluit heeft genomen en je zelf ook pleegouder/zorggezin wilt worden, word je opgenomen in het pleegouderbestand/zorggezin van de jeugdzorgaanbieder. Vervolgens wacht je af of er een kind is dat in jouw gezin kan worden geplaatst.
Bij een vrijwillige plaatsing met contact krijg je in ieder geval te maken met een begeleider vanuit de jeugdzorgorganisatie. Bij een ondertoezichtstelling gaat het om een gezinsvoogd van de gecertificeerde instelling en een jeugdzorgbegeleider. Bij voogdij wordt de certificeerde instelling en jeugdzorgbegeleider erbij betrokken.
Het mooie van opvang in een gezinsvorm is dat het kind het gewone gezinsleven ervaart. Als gezinshuisouder/pleegouder/zorggezin bied je het kind een veilige en liefdevolle omgeving, zodat het zich kan ontwikkelen tot een stabiele volwassene. In een gezinsvorm draait het om het gewone leven. Kinderen gaan naar school, ze sporten en ze spelen met elkaar en in de buurt. Houd er wel rekening mee dat het gezinshuiskind meer begeleiding nodig heeft dan jouw eventuele eigen kind. Je kunt bijvoorbeeld heel druk zijn met therapie voor het kind. Bovendien heb je waarschijnlijk kortere lijntjes met school. En er komen meer mensen over de vloer.