Het zorgggezin van Janina
Janina woont sinds een half jaar bij een zorggezin in Noord-Limburg. Janina spijbelde en er was veel ruzie thuis. Door even afstand te nemen, kwamen moeder en dochter tot rust. Janina werkt aan haar gedrag en moeder krijgt opvoedondersteuning. Over een tijdje kan Janina weer thuis wonen.
Hoe kwam je bij het zorggezin terecht?
'Toen ik 9 jaar was, zijn we van Polen naar Nederland verhuisd. In Polen ben ik vooral door mijn oma opgevoed, ze gaf me veel vrijheid. Mijn moeder was altijd aan het werk, overal in Europa. In Limburg kwam ik met mijn moeder, oma en oom in één huis te wonen. Plotseling werd mijn moeder ziek, ze kreeg kanker. Ik was opstandig, hield me nergens meer aan. Op de middelbare school ging ik veel spijbelen. Niet omdat ik dat zo graag wilde, maar omdat ik bij bepaalde vrienden wilde horen. Thuis kregen we steeds vaker ruzie, het was niet meer uit te houden. Eerst heb ik in een crisisopvang gezeten, daarna kwam ik bij dit zorggezin.'
Een zorggezin, hoe vond je dat?
'In het begin heel spannend. Ik dacht: "Die mensen hebben zelf twee kinderen, willen ze mij wel? Gaan ze mij niet buitensluiten?" Maar dat viel gelukkig wel mee. De moeder is heel aardig, ik kan goed met haar praten. En ze kookt heel lekker. In het begin wilde ik geen vreemde dingen eten, maar ik moest toch proeven en dan viel het wel mee. De vader maakt veel grapjes, in het begin wist ik niet hoe hij iets bedoelde. Aan de blik van mijn zorgmoeder kon ik zien of het een grapje was. Nu ik er een tijdje woon, voel ik me echt op mijn gemak.'
Wat is het verschil met thuis?
'Thuis waren er geen regels. Douchen en tandenpoetsen deed ik bijna nooit. Hier moet dat wel, iedere dag zelfs. Ook dingen als je bed opmaken, tafel dekken, op tijd naar bed gaan en zo. Mijn telefoon moet ik altijd inleveren als ik ga slapen. Dat was wel wennen in het begin. Ik heb hier geleerd om te praten over dingen die me dwars zitten. Thuis durfde ik dat niet, omdat mijn moeder heel snel boos werd. Ik had verwacht dat het zorggezin ook boos op me zou worden, maar dat was niet zo.'
Waarom zouden ze boos op je zijn?
Mijn zorgouders hebben iets ontdekt op mijn telefoon waarvoor ik me schaamde, en ik was bang voor hun reactie. Ze schrokken, maar ze bleven rustig. Ik weet nu dat ik ook over moeilijke dingen met hen kan praten en dat ze samen met mij naar een oplossing zoeken. Ik sta er niet alleen voor. Ik ben snel verliefd en heb al een paar keer verkering gehad. Met mijn zorgmoeder kan ik heel goed praten over jongens, dat is wel fijn.'
Hoe word je begeleid door Pactum?
Mijn begeleidster van Pactum komt iedere dinsdagavond langs, dan praten we over van alles. Hoe het weekend is geweest en hoe het tussen mij en mijn moeder gaat. Daarna voel ik me altijd opgelucht, ik ben dan even mijn zorgen kwijt. Ze geeft me ook tips hoe ik met vriendjes kan omgaan en wanneer je nee moet zeggen. We hebben het spel ‘Girls Choice’ gespeeld, dat was heel leuk. Het gaat over wat je prettig vindt en wat niet. Hoe je je grenzen moet aangeven.'
Ga je weer naar school?
'Ja, ik ben dit jaar overgestapt naar het speciaal onderwijs in Roermond. Daar krijg ik meer persoonlijke begeleiding. De school ligt in de buurt van het zorggezin, dus ik hoef niet zo ver te reizen. Het niveau is iets te makkelijk voor mij, maar dat vind ik niet erg. Ik heb nu genoeg andere dingen aan mijn hoofd.'
Heb je nog wel eens gespijbeld?
'Ja, in het begin wel. Van mijn begeleidster moest ik toen een hele week mijn telefoon inleveren. Dat vond ik heel erg, maar het hielp wel. De weekenden bij mijn moeder liepen in het begin ook niet zo goed, we hadden nog steeds ruzie. Ik ging dan met mijn oude vrienden uit en dronk veel alcohol. Mijn zorgouders wisten eerst niet dat ik dronk, maar ze kwamen erachter. We hebben er veel over gepraat. Toen ben ik gestopt met drinken.'
Is de situatie thuis ook veranderd?
'Het gaat veel beter nu. Vooral sinds mijn moeder hulp krijgt van Eva, een Poolstalige hulpverleenster. Mijn moeder leert van haar hoe ze de opvoeding moet aanpakken en regels moet maken. In het weekend oefenen we daarmee. Op vrijdagmiddag, als ik thuis kom, praat Eva eerst met mij en mijn moeder samen. Dat vind ik heel fijn. Ik maakte me altijd veel zorgen over mijn moeder: "Waarom heeft mama die ziekte en ik niet?" Maar ik wist niet hoe ik erover moest beginnen, dus ik zei maar niks. Mijn moeder was teleurgesteld dat ik nooit vroeg hoe het met haar ging. Sinds Eva komt, kunnen we beter met elkaar praten. Ik durf nu veel meer te vertellen.'
Hoe zie jij je toekomst?
'Daar denk ik nog niet echt over na. Ik hoop dat ik over een tijdje weer thuis kan wonen. Ik mis ook onze hond. En ik wil graag een nieuwe start maken op een andere school, waar ze me niet kennen. In dit zorggezin blijf ik hopelijk nog even, want ik moet nog best veel leren.'